Jans’ trui is niet Jans trui – wanneer gebruik je de apostrof?

Er was eens een echtpaar, Jan en Jans. Ze waren begin zestig, echt ANWB en ze gingen vaak lekker fietsen op hun elektrische fiets. Bij fris weer droegen ze elkaars fleecetrui. Dus Jans droeg Jans trui en Jan had Jans’ trui aan.

 

Zie je het verschil tussen Jans trui (= de trui van Jan) en Jans’ trui (= de trui van Jans)?

 

Het verschil zit in dat kleine kommaatje na de s: ‘. Dat is een apostrof en het geeft hier aan dat het om iemands bezit gaat. De trui van Jans is Jans’ trui. Die apostrof staat er in dit geval omdat de naam Jans op een sisklank eindigt. Zonder apostrof zou je ‘Janss trui’ schrijven. Dat, zegt Jan Renkema in zijn Schrijfwijzer, is een vreemd woordbeeld. En dat leest niet lekker.

 

Koop de bloemen van Piet! Dus Piet’s bloemen of Piets bloemen? 

Er is nog iets. De ‘bezitsapostrof’ schrijf je alleen bij uitspraakproblemen. Het is dus: oma’s rollator. Anders lees je ‘omas’, met een korte a zoals in ‘klas’, terwijl je ‘omaas’ bedoelt, met een lange aa zoals in ‘kaas’.
Vaak gaat het mis bij de bezitsapostrof. Vooral namen van bedrijven hebben er last van. Bijvoorbeeld Piet’s bloemenhoekje of Ome Wim’s Oppasservice. Ook in de gedrukte krant zie ik bijvoorbeeld Rutte’s kabinet voorbijkomen. Die apostrof is hier niet nodig, want er is geen verwarring over de uitspraak. Piets bloemenhoekje, Ome Wims Oppasservice en Ruttes kabinet zijn prima zonder apostrof.

 

Waarom?

Hoe komt het dat dit zo vaak fout gaat? Dat is vast de invloed van de Engelse taal. Want in het Engels krijgt de bezitsvorm altijd een apostrof: Sophie’s choice, the bookmaker’s office. Maar als je in het Nederlands goed wilt spellen (en wie wil dat nou niet) dan doe je dat niet. Behalve als je Jan of Jans heet en je wil na al die huwelijksjaren toch liever je eigen trui aan.

 

PS: voor gevorderden is er nog een leuk geval: het boek van George!