Verkiezingstaal
Ieder huishouden krijgt het in de bus, een groot papier waarop de namen van de kandidaten van alle partijen staan. Om precies te zijn: ‘KANDIDATENLIJSTEN voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal op woensdag 17 maart 2021 in kieskring 7 (Arnhem)‘.
Zo, daar heb je nog eens een titel. Gelukkig is het papier ook lang.
Nu de inhoud. Rechts bovenaan staat deze zin: ‘De hoofdbewoner wordt verzocht dit biljet aan de eventuele kiesgerechtigde medebewoner(s) ter lezing te geven‘. Is dit duidelijke taal? Dacht het niet. Kijk maar:
De hoofdbewoner: wie is dat? De man of de vrouw des huizes? De student die al het langste in het studentenhuis woont? Dat is niet duidelijk.
wordt verzocht: lijdende vorm, die we liever niet zien. Want we willen duidelijke, actieve taal.
aan de eventuele kiesgerechtigde medebewoner(s): hier struikel ik over het woord ‘eventuele’. Dat is een overbodig woord, want als er geen medebewoners zijn, kun je niet eens dit formulier doorgeven. Of ‘kiesgerechtigd’ voor iedereen duidelijk is, betwijfel ik. En dan nog het haakje achter medebewoner(s). Haakjes lezen vaak lastig, en geven de indruk dat de schrijver niet kan kiezen. Hier valt het haakje nog wel te verdedigen, maar echt lekker leest het niet.
ter lezing te geven: ouderwetse ambtelijke taal. Wie zegt er nou ’s ochtends tegen zijn man: “Mag ik u het ochtendblad ter lezing geven?”
Nee, hier is geen sprake van duidelijke taal. Laat staan van een goed verhaal. Hoe kan het dan wel? Bijvoorbeeld zo:
Elk huishouden krijgt maar 1 kandidatenlijst. Wilt u deze lijst doorgeven aan uw huisgenoot of huisgenoten?
Zo, dat kunnen de ambtenaren die dit hebben bedacht in hun zak steken. Ja, ik ben streng. Maar dat moet! Anders ben ik volgend jaar verplicht de 31e politieke partij op te richten. De DTP (DuidelijkeTaalPartij, ha!). Veel plezier met de kandidatenlijst!