Smartlap

Vandaag is het moederdag. Niet dé Moederdag, maar de moederdag van het Amsterdamse dispuut van mijn studerende dochter. En nou niet meteen beginnen over afpilsen, kutjebef en de SOA-poli waar de brallende dispuuttrutjes uit Koefnoen hun roem aan danken. Zo zijn deze studentes niet en hun moeders evenmin.

 

Na een vrolijke vaartocht over Amstel en IJ worden we naar een café aan de Zeedijk gedirigeerd voor een smartlappenworkshop. Beneden, in de krochten van dit authentiek Amsterdamse etablissement, zit onze rondborstige workshopleider al klaar, accordeon in de aanslag. Hij heet heel toepasselijk René Trok en weet precies hoe hij de trekzak én ons moet bespelen. “Zo. Moederdag”, verwelkomt hij ons. “Wie zijn de moeders?”

 

Tja, dan gaat de rest van een leien dakkie. We nemen zelfs een cd op. Met wel twintig liedjes in een uur is dat nog een hele opgave. Daarom doen we alleen de refreinen. Want, weet René die al jaren in het vak zit, als er een couplet komt, zetten mensen de radio toch uit. Met tulpen, grachten, pikketanussies en niemand die zijn eigen kind alleen laat, stijgen we tot grote hoogten. Weten we al wat een afdalinkie is? Dat doen de bekking fokels tussen twee regels door, legt de maestro uit. En wij kunnen zo’n toonladder naar beneden ook, in een minstens zo authentieke versie van Een beetje verliefd. De uitsmijter – Ik voel me zo verdomd alleen – moet niet mooi, maar wel hard. Een oorverdovend en kneitervals geblèr stijgt op. Argeloze toeristen blijven verbaasd stilstaan bij ons, eh, gebral. Maar we houden het netjes. René valt geen moment uit zijn rol. Altijd krijgt hij de kutgroepen, zegt ie, maar vandaag heeft hij geluk. Voor hem zijn we de beste groep ooit. Toppie!